Doof worden in het belfort
- De verdwaalde reiziger

- 25 sep 2023
- 3 minuten om te lezen
Het belfort van Brugge werd rond het jaar 1240 gebouwd, maar de toren heeft heel wat mee moeten maken om eruit komen te zien zoals hij nu doet. De toren is een keer afgebrand, heropgebouwd, opnieuw afgebrand door een blikseminslag en weer opnieuw opgebouwd. Pas in 1822 was de toren helemaal klaar en vandaag de dag is het nog te zien hoe het er toen uitzag.

Het belfort is zeker de moeite waard om te bezoeken. Het is een stukje geschiedenis van de stad die je leert hoe mensen in de vroegere eeuwen leefde in deze handelsstad. In het belfort zaten meerdere klokken en vanaf de 16e eeuw werden deze elke dag door een beiaard geluid. Elk geluid van de klokken had een andere betekenis. Zo had je een klokgeluid die de werkdag aangaf, een klokgeluid die aangaf dat je niet meer zonder licht naar buiten mocht en uiteraard was er ook een klokgeluid die aangaf dat er een feest was. Na de brand van 1741 bestond het belfort uit 47 klokken die nu nog steeds zichtbaar zijn.
Voor mensen die geen hoogtevrees of claustrofobie hebben, is het ook erg interessant om naar de top van de toren te lopen. 366 traptreden brengen je naar de top, maar tussendoor kan je tussenpauzes nemen. De toren werd vroeger namelijk ook gebruikt als een opslagpunt voor administratieve zaken van de stad. Zo is er een schatkamer en staan de officiƫle kluizen, waarin de stadsrekeningen werden bewaard, nog in de kamers.
Onderweg naar boven stop je ook bij een van de klokken. Als je er naast staat, voel je hoe immens groot de klok is die wordt geluid. Dat is ook wel logisch natuurlijk, want de hele stad moet horen wat er gaande is in hun omgeving. Maar ik waarschuw je, je wilt niet naast deze klok staan zodra die wordt geluid. Mijn vriend en ik stonden net op het verkeerde moment, op de verkeerde plek. Precies naast de klok en toen werd hij geluid. Oorverdovend geluid haalde ons uit onze bewondering voor de klok. Gelukkig waren wij niet de enigen die schrokken, want de Brit naast ons was luid aan het vloeken vanwege het kabaal. Toch is het niet iets wat je vaak mee maakt, dus dat maakt dit oorverdovend moment een bijzondere ervaring.

Hoe verder we naar boven komen, hoe smaller de trap werd. Het was sowieso al een trap die in een rondje omhoog liep en waar een eenrichtingsweg van toepassing was. Zodra er iemand naar beneden kwam, moesten de omhooggaande mensen op hen wachten. Tegelijk de trap op en af past simpelweg niet. Bovenin werden de traptreden smaller en steiler, je kwam tenslotte in de spits van de toren. Op de top had je een prachtig uitzicht over Brugge. De grote markt lag aan je voeten, letterlijk, de verschillende kerken kwamen goed tot hun recht en je zag hoe de mensen krioelden over de gezellige straten. Op de vensterbanken werd aangegeven welke stad welke richting op was. Als je ver genoeg keek zou je Oostende, Mechelen, Parijs, Londen of Amsterdam kunnen zien liggen.
Als je boven bent, moet je natuurlijk ook weer naar beneden. Gelukkig ben ik van mening dat de weg naar beneden altijd veel makkelijker is dan de weg naar boven. Dit ging dan ook een stuk sneller dan de heenweg. Hoe dan ook, na 366 traptreden op en af te hebben gelopen hadden we wel een drankje verdiend. Een Brugse Zot bijvoorbeeld.





Opmerkingen