Op tour naar Kerry
- De verdwaalde reiziger
- 15 jun 2022
- 3 minuten om te lezen
Het westen van Ierland wordt gezien als het ruige westen. Met kliffen die het einde van het land aangeven, een paar van de bekendste nationale parken van Ierland en berglandschappen die ook typerend zijn in Ierland. Terug in januari werd mij verteld dat ik daar naartoe moest als ik het echte Ierland wilde kennen. Dus dat heb ik gedaan.
Samen met een vriendin besloot ik om op een bustour te gaan naar Kerry. Een buschauffeur zou rijden en het enige wat wij hoefden te doen was genieten (en veel te vroeg opstaan). Het ideale van deze bustours vind ik altijd dat de bus op meerdere plaatsen stopt, zodat je meer ziet van het land. Toegeven, je hebt niet heel erg lang de tijd overal, maar je ziet wel veel en dat is ook veel waard.
Om 6:20 uur stonden wij, met alle andere mensen die mee zouden gaan, te wachten op onze bus van de dag. Hoewel het nog heel erg vroeg was, zat de sfeer er goed in. Eenmaal in de bus werd het stil, zeker toen de buschauffeur zei dat onze eerste stop, Adare, op 2,5 uur rijden afstand lag en dat we beter even konden gaan slapen. Het zou tenslotte een lange, lange dag worden. Ik probeerde vooral om niet in slaap te vallen, ik wilde namelijk de omgeving zien. Ik wilde zien hoe de hoge gebouwen van Dublin veranderde in de groene landschappen van Limerick.

De eerste 2,5 uur gingen snel voorbij en al snel bevonden we ons in het kleine, maar sfeervolle Adare. We zouden hier alleen stoppen voor een koffiestop, dat betekent 30 minuten om de benen te strekken. Toen we het dorp inreden zagen we dat er een kathedraal en een kerk stonden en dat er een aantal leuke, kleine huisjes stonden. Dit zijn de Leprechaun huisjes, de kabouterhuisjes, van Adare. We besloten om te gaan kijken bij de kathedraal en bij de kerk, maar door de korte stop hadden we precies twee minuten om te kijken en weer terug te lopen. Deden we dat niet dan waren we niet op tijd terug bij de bus. De positieve kant hiervan is natuurlijk dat ik reden heb om nog een keer terug te gaan naar Adare.

Onze volgende stop was het grootste nationale park van Ierland, Killarney National Park. Dit park heeft een oppervlakte van 102,89km2. Onze eerste stop was Torc Waterfall, een 20 meter hoge waterval die wordt gevormd door drie rivieren die samenkomen in de Owengarrif-rivier. Dit is een toeristische trekpleister van het nationale park en zoals verwacht was het dus ook druk. Uiteraard heeft dit helemaal niets te maken met mijn bus die net was leeggelopen. Bij de waterval was er een trap gemaakt die naar boven liep. Deze trap leidde naar een uitzicht op een van de rivieren. Je kon nog verder naar boven lopen, maar daar hadden we helaas geen tijd voor.
De buschauffeur had ons verteld dat we bij de volgende stop een paard en wagen konden huren. Op deze manier zouden we een route van een uur door het nationale park afleggen en als paardenliefhebber kon ik natuurlijk niet anders dan hier enthousiast over zijn en mān vriendin over te halen om dit te doen. Dus een half uurtje later zaten wij, samen met een aantal andere mensen, achterin de wagen. We reden langs koeien, schapen, reeĆ«n, rivieren, eilanden en een kasteel die op een eiland naast het Honeymoon eiland was gebouwd.

Wat mij betreft was dat uur veel te snel voorbij, maar daarna hadden we nog een uur over om het dorp van Killarney te bekijken. Het dorp is relatief klein en bestaat vooral uit hotels en pubs. Heel veel pubs. Het blijkt zelfs dat er in Killarney zelf al 60 hotels en 80 pubs staan! We besloten om een smoothie te halen en terug te keren naar de bus. Die zou ons naar de laatste stop zou brengen: Inch Beach.
Inch Beach viel helaas een beetje tegen, maar dat kwam doordat het was gaan regenen. Daardoor was het grijs en bewolkt geworden. Van te voren had ik fotoās gezien van Inch Beach en op een zonnige dag, had het er heel mooi uitgezien. Het strand wordt namelijk omringd door bergen en ondanks dat we de vage omtrek van de bergen wel konden zien, is het natuurlijk niet hetzelfde. Na 20 minuten op het strand te staan, begonnen we onze terugreis naar Dublin. We namen een klein stukje van de Wild Atlantic Way mee en reden daarna dezelfde weg terug als de heenweg.
Om 21:20 uur waren we terug in Dublin. Het was inderdaad een lange dag, maar wel een met veel verschillende indrukken.
Comments